Erik Bulckens
Powder Alert 18 - Piemonte (Sestriere, Prali)
Bijgewerkt op: 4 feb. 2019
Tijd voor de volgende magische retour d’est (PA#18) en de Piemonte kwam opnieuw in het vizier. Even checken of PJ ook vrij kon krijgen. Ja! Spullen pakken en rijden dan maar, deze keer ’s nachts met het plan er heel vroeg in de ochtend aan te komen, wat in de wagen te slapen en dan de sneeuw in.
Het had stevig gedumpt en het zou heel koud gaan worden de komende dagen, dat beloofde dus heerlijke pipapoeder te gaan worden.

We parkeerden de wagen iets voor zessen onder in Cesana waar het al -15° was, snel de dikke slaapzak in dus en wat proberen slapen. Half bevroren wakker geworden en in het naar boven rijden de laarzen alvast onder de voluit blazende verwarming. We waren klaar voor een epic day. Eerste lift naar boven was dezelfde die ons op dag 3 van ons vorige bezoek aan Sestriere zoveel plezier bezorgd had. Dus wij meteen even wat runs gedaan die we al kenden, de sneeuw was goed (understatement), enkel onze benen moesten nog wat wakker worden na de weinige slaap. Meteomorris bleek ook in Sestriere te zijn en via whatsapp voegde hij ons toe aan een groepje van andere Wepowderaars die er ook zaten. We ontdekten nog wat nieuwe runs die ons helemaal wakker schudden, of lag dat aan de faceshots ;-). Na een deugddoende lunch trokken we door het bos richting Patamouche waar de sneeuw als een roomsoes op ons lag te wachten. Daarna teamden we up met Aimee (Skiester) en haar zoon Max voor nog een afdaling door het bos richting Patamouche. Overal weerklonken vreugdekreten en de neus van de Powfinder maneuvreerde gewillig tussen de lariksen door richting dal, richting puur genot. Daarna ontdekten we, dankzij een hoge sleeplift, nog een nieuwe lijn waar de genots-neuronen extra werden gestimuleerd. Ook Aimee en Max vonden het te gek…Helemaal voldaan keerden PJ en ik naar ons reishuis terug. Het was nu al de moeite dat we tot hier waren gekomen maar het beste moest nog komen.
De volgende dag, Bluebird, we besloten richting Sauze D’Oulx te gaan, geen slechte beslissing zo zou later blijken. We gingen op zoek naar stukjes onverspoord en carvden tussendoor de piste aan gort. Echt heel veel vers viel er aan die kant niet meer te rapen maar we dachten dat het toch wijs zou zijn om het gebied zo ver mogelijk in te trekken dus wij naar de verste lift die we konden vinden zonder van de kaart te vallen.
Daar was bijna niemand en toen we boven aankwamen zagen we een eenzame freerider zich een weg banen over een bergkam. PJ sprak hem aan en Danilo (zo heette de man) bleek een mooie afdaling in gedachten te hebben richting Patamouche maar dan vanaf de andere kant en we mochten zomaar met hem mee. Een Italiaan met een 2 meter lange Gentemstick onder de arm een uitnodiging weigeren leek ons niet zo slim dus we gingen maar wat graag op z’n voorstel in en wat goed dat we dat deden. Een kwartiertje stappen later, gidste hij ons de oneindige alpenweides naar beneden, onze plezierteller stond in het rood!! Helemaal onderaan werd de sneeuw door de instraling van de zon wat karton maar zonder erg. Op onze korte wandeling richting de grote kabelbaan vertelde hij ons dat hij in de zomer een soort resort uitbaat in Portugal, Bukubaki genaamd…we zijn het later gaan opzoeken en damn, dat ziet er daar niet zo slecht uit, skate, surf, yoga en boomhutten…even zat ik met m’n gedachten al in de zomer maar al snel keerde ik terug naar het hier en nu.

Energie bijtanken met een late lunch om dan weer te gaan knallen. Danilo had ons Patamouche couloir als tip gegeven en volgens hem zou dat er wel eens goed bij kunnen liggen…wij konden dus niet anders dan een kijkje gaan nemen. Bovenaan de lift hadden we twee opties, de echte Patamouche Couloir of Bancheta. Het werd optie 2, vanaf de lift het meest overzichtelijk. En ja hoor, wat een knaller, niet super stijl maar wel lang én bodemloze sneeuw met een spoor of twee drie. Op het einde kom je uit op een langlaufpiste waar je wel even een eind moet steppen, stampen, glijden maar zo de moeite waard. Bij de kabelbaan aangekomen keken we elkaar aan. Veel woorden waren er niet nodig. ‘Nog eens?’…
De tweede run namen we ook de tijd om van onder uit de effectieve Patamouche Couloir te bekijken, die konden we dan later eens doen want normaal zouden we morgenochtend richting Prali rijden. Een plan dat buiten ons om nog zou wijzigen. Die avond samen met Aimee en Max in de lokale pizzeria nog wat nagenoten en plannen voor de volgende dagen gesmeed.

De volgende ochtend was de koudste tot nu, beneden in het dal -22°….brrrrrr. Alles klaar gemaakt om naar Prali te vertrekken maar dat was buiten PJ’s auto grekend. Die wou bij deze temperatuur niet mee. We waren in al ons enthousiasme vergeten winterdiesel te tanken en dus kregen we geen beweging in de anders zo trouwe bondgenoot. Met de hulp van de immer goedgemutste huisbaas de wagen even naar een plek geduwd waar de zon hem misschien wat op zou warmen en dus toch nog een dagje Sestriere…ach zo erg is dat niet. De eerste run was carving heaven. We zaten als eerste op de lift en dat was ijs- en ijskoud maar al snel werden onze lichamen opgewarmd dankzij wat snedige bochten. Nergens iemand op de vers geprepareerde pistes…er zijn slechter manieren om wakker te worden….zoef….krrrrr….sjjjjjj…..de Powfinder is een heerlijk carvebeest. Nu onze spieren warm waren riep de poeder onze naam, wij dus richting Patamouche Couloir, the real thing deze keer. Nog even wat gezocht naar de juiste ‘ingang’ maar eens we die gevonden hadden kon ons geluk niet meer op. Van de dag ervoor stonden er twee sporen. Meer dan plaats genoeg dus om zelf onze signatuur achter te laten…wat een heerlijke run, wat bos, wat open terrein, diepe sneeuw die je bij elke bocht om de oren vliegt: Yeehhaaa. Beneden aan de kabelbaan aangekomen stonden daar ook Aimee en Max (die waren via het bos gekomen). Bleek de lift stuk…oké…er zal wel een vervangende bus zijn toch? Snel even nagevraagd aan de kassa in m’n beste Italiaans :-/ Het was niet helemaal duidelijk. Er reden heel wat bussen maar die bleken enkel voor de Club Med toeristen bestemd. Na lang wachten kwam er uiteindelijk een klein busje langs waarvan de chauffeur ons zei dat dit de skibus terug naar Sestriere was. Met nog wat andere wachtenden eindelijk op weg werden we wat later gedropt in Sestriere centrum. Dan maar even lunchen met z’n allen en misschien later nog even met de ‘eitjes’ naar de andere kant. Op weg naar boven merkten we dat het weer zienderogen ‘slechter’ werd. Dikke wolken trokken binnen, hun buiken gevuld met verse sneeuw. Op de zuidflank mochten we opnieuw Morris nog eens begroeten die met z’n familie onderweg was. Onze lof over de Patamouche Couloir zou hem inspireren om daar de volgende dag samen met Haas heen te trekken :-)
Ook Aimee en Max waren geprikkeld en dus trokken we met hun nog een laatste keer die kant op. Veel meer dan onze sporen van die morgen (en die andere van de dag ervoor) stonden er niet echt. Wij met veel plezier dus opnieuw naar beneden, even lichte paniek wanneer Max in een wel heel vreemde houding tegen een boom aan lag en z’n knie heel veel pijn deed…het bleek gelukkig niets te zijn en goddank zijn die jonge lichamen nog heel flexibel. In al onze euforie van de afdaling waren we even vergeten dat de kabelbaan nog steeds stuk was. Ach, we zouden er wel geraken toch. Aan de bushalte werden we door een medewerker van Club Med duidelijk gemaakt dat we geen enkele bus op mochten, dat die enkel voor ‘hun’ mensen bestemd waren en blijkbaar was dat busje dat we ’s ochtends hadden genomen ook eentje van Club Med…euh? Die man bleek echt niet zo opgezet met ons, hij bleef maar gesticuleren vanalles uitkramen in het Italiengels. Hij liet ook een bus vertrekken met 5 mensen op en voor de rest leeg. Na een half uur wachten (en nog steeds geen ‘gewone’ skibus) kwam de baas ook eens kijken, van hem mochten we gelukkig wel mee met een bus, samen met nog een andere ‘verloren’ freerider.
Bij terugkomst nog maar eens proberen de wagen aan de praat te krijgen. Goed lang voorverwarmen…krrr krrr….krrr krrrr…grvrbrom…brommmmmmm. Oef gelukt. Tijd om richting Prali te rijden, de sneeuw dwarrelt ondertussen zacht naar beneden. De wagen sputtert af en toe nog wat tegen (waarschijnlijk is de diesel in de tank nog wat gelei-achtig) maar we geraken zonder al te veel problemen op onze bestemming. Prali ligt een beetje op het einde van de wereld zo lijkt het. Na een rit door een mooie vallei, canyon kom je in het skidorp, daar zien we één lift, wat verder op de weg (die ondertussen mooi is ondergesneeuwd) kruisen we twee volledig uitgeruste freeriders die ergens uit een bos moeten zijn gekomen, allemaal goede voortekens. Onze slaapplaats is heerlijk, een grote kamer boven een stal; de typische geur van winter gestalde koeien geeft altijd een extra dimensie aan een verblijf in de bergen. Zeker als de host komt aanrijden in een Apecar en ons zegt dat we het geld gewoon op tafel kunnen leggen bij ons vertrek…en extra leuk dat diezelfde host blijkbaar in het enige kleine superetje blijkt te werken dat Prali rijk is (daar kwam ze dus vandaan toen ze vroeg om even te wachten bij onze aankomst). Wat een heerlijk sfeertje hier. Die avond vroeg onder de veren want de volgende dag zouden we Prali, waar we zoveel over gehoord hadden, ontdekken.

Wakker worden en ontdekken dat er alweer een extra laagje sneeuw is bijgevallen geeft steeds een goed gevoel en het sneeuwde nog zacht door. Snel ontbijten, de wagen in voor de korte rit (oh ja, niet vergeten geld op tafel te leggen) en parkeren echt recht voor de lift. Het busje van Aimee en Max stond er ook (zij hadden er de nacht doorgebracht). Als je met een handvol andere freeriders staat aan te wachten tot de lift open gaat weet je dat het een goeie dag gaat worden. De eerste afdaling was een goed voorproefje. Door het steile bos met af en toe een open plek naar beneden door de knie-tot-heupdiepe sneeuw; dat kan niet slecht zijn. Ik weet niet hoe vaak we de afdaling hebben gedaan maar elke keer bleek er wel weer ergens een stukje onverspoord te liggen. Dit leek wel een computerspelletje, telkens een ‘geheim’ nieuw level ontdekken en dan, als twee kinderen in een snoepwinkel zo blij, naar beneden sjeezen. Wat een plezier, wat een skigebied, alle lof waard. Het kleine sleepliftje bracht nog wat extra terrein en extra fun met zich mee. Het bleef ons verbazen hoeveel mogelijkheden je hier hebt met slechts één tot twee liften. Dit was een onvergetelijke dag waar we van de allereerste lift naar boven en tot de laatste afdaling hebben genoten in het kwadraat. Lang geleden dat ik me zo uitgelaten heb gevoeld, faceshot na spray na pillow, na korte pauze in de stoeltjeslift na rechte lijn na korte hike…het plezier bleef maar komen. Maar ook aan deze dag zonder einde kwam er uiteindelijk toch een moment dat de avond viel. Tijd om naar huis te rijden, een nachtelijke rit voor de boeg. Tot ziens Prali, hier komen we zeker nog eens terug. Dank voor al het moois.